Programmaboekje
Brahms 4
vrijdag 12 mei
20:00
uur
Programma
Voorafgaand aan dit concert vindt er een Starter plaats. Deze kun je bijwonen in de Swing op de eerste verdieping links naast de garderobe. De Starter start 45 minuten voor aanvang van het concert.
Willem Jeths (1959)
Suite ‘Ritratto’ (2021)
Willem Jeths opera Ritratto – Italiaans voor ‘portret’ – vertelt het verhaal van de buitensporig rijke Italiaanse markiezin Luisa Casati. Zij was beroemd vanwege de uitbundige feesten die zij organiseerde en liet zich door tal van kunstenaars portretteren of fotograferen. Met haar zwart omrande ogen, haar vlammend rode haar en excentriek gedrag probeerde ze een plaats te verwerven in de kunstwereld. Tegen de achtergrond van de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog stelt het libretto het belang van kunst ter discussie. Op een feest komen allerlei kunstenaars uit de tijd van Casati samen. Casati engageert zich niet met wereldlijke problemen en focust zich blind op haar passie.
Na een online wereldpremière in maart 2020 ging de productie in oktober 2021 alsnog offline in première in De Nationale Opera in Amsterdam, met het Residentie Orkest in de orkestbak. In datzelfde jaar kwam ook een suite gereed die vanavond voor het eerst in Amare klinkt.
Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)
Pianoconcert nr. 25 in C, KV 503 (1786)
Allegro maestoso
Andante
Allegretto
Zo onbekommerd als Mozart zijn leven in Wenen begon, in de watten gelegd door de dochters van madame Weber en aangemoedigd door zijn eerste grote successen, zo gepokt en gemazeld is hij vier jaar later. Op 12 maart 1785 schreef hij zijn zus Nannerl: “Wij liggen nooit voor één uur ‘s nachts in bed, staan nooit voor negen uur op en lunchen om twee uur, half drie. Iedere dag concerten, iedere dag lessen, componeren, enzovoort. Sinds ik hier ben, is de pianoforte van je broer al wel twaalf keer van hier naar het theater of elders heengebracht.” De nieuwerwetse fortepiano heeft Mozarts onverdeelde interesse en inspireerde hem tot een grote hoeveelheid composities van bijzondere kwaliteit, voornamelijk voor eigen gebruik. In zijn twaalf ‘grote concerten’, zoals hij ze zelf noemde, is hij doorlopend bezig het begrip ‘pianoconcert’ opnieuw te benaderen. In het algemeen worden de mogelijkheden van de fortepiano fraai uitgebuit en wordt de solopartij geraffineerd samengevlochten met die van het orkest, zodat van een echte dialoog sprake is tussen gelijkwaardige ‘gesprekspartners’. Zo ook Pianoconcert nr. 25, de hekkensluiter van deze twaalf grote concerten die allemaal in een onwaarschijnlijk kort tijdsbestek (tussen 1784 en 1786) zijn ontstaan. Op 4 december 1786 legde Mozart de laatste hand aan dit pianoconcert, dat het meest omvangrijke is van de reeks. De harmonische structuur, de continue afwisseling tussen majeur en mineur, de geestige dialoog tussen piano en orkest, het veelvuldige gebruik van de pedaalpunt en de overvloedige melodieën geven het werk zijn geheel eigen karakter.
In de pauze serveren wij een gratis drankje.
Hugo Bell (1992)
One Minute Symphony: Beidt Uw Tyd, Duur Uw Minuut (2023)
De One Minute Symphony door de jonge componist Hugo Bell is geïnspireerd op de architectuurfilosofie van Hendrik Petrus Berlage, die de nadruk legde op de sociale functie van architectuur en de relatie tussen een gebouw en zijn omgeving. De titel van het werk is afgeleid van twee zinnen gegraveerd op de torens van de Beurs van Berlage in Amsterdam: ‘Beidt uw tijd’ en ‘Duur uw uur’, voor deze gelegenheid aangepast naar ‘Duur uw minuut’. De One Minute Symphony is ook geïnspireerd op een ontmoeting met Paul Broekhoff, zakelijk directeur van het Kunstmuseum, waarin hij de belangrijkste principes van het gebouw liet zien: een geformaliseerde architectonische structuur gebaseerd op een verhouding van 11:1, een verlangen om een ruimte te creëren waarin mensen zich kunnen verliezen en de unieke Stijlkamers met zowel historische artefacten als hedendaagse kunstwerken. Dit stuk combineert al deze ideeën. De harmonie is gebaseerd op de verhouding 11:1, de traditionele collectieve tijdwaarneming wordt verlaten om de musici zich te laten ‘verliezen' in de tijd en er is materiaal ontleend uit Brahms 4 om een muzikale Stijlkamer te creëren.
Johannes Brahms (1833-1897)
Symfonie nr. 4 in e, op. 98 (1885)
Allegro non troppo
Andante moderato
Allegro giocoso
Allegro energico e passionato
Van nature zeer zelfkritisch benaderde Johannes Brahms de compositie van een symfonie met veel zorg en beleid. Hij kon toch niet onder de door Beethoven voor deze muzikale vorm gestelde norm komen? Het duurde daarom dan ook maar liefst 21 jaar voordat zijn Eerste symfonie in 1876 werd voltooid. De volgende twee symfonieën rolden daarna vlot uit zijn ganzenveer en ook de Vierde was in twee zomervakanties gereed (Brahms had de routine om in de winter als dirigent en solist concerten te geven en in de zomer te componeren). Desondanks bleef de componist kritisch op zichzelf zoals blijkt uit de wijze waarop hij commentaar leverde bij het manuscript dat hij stuurde aan vriendin Elisabeth von Herzogenberg: “Ik vraag me af of je het geduld hebt om de Finale uit te zitten.” Die twijfels zouden ongegrond blijken, want de symfonie kreeg bij de première een zeer positief onthaal en zou niet veel later ook in Amsterdam, Utrecht en Den Haag worden uitgevoerd.
Brahms toont in zijn Vierde symfonie aan dat hij wederom compact met zijn melodisch materiaal weet om te springen. Zo wordt het eerste deel op een hele simpele manier tot leven gewekt: met een stel dalende en stijgende tertsen, later ook wel beschreven als een gevoel van eb en vloed. Na een zangerig, ingetogen tweede deel en een koddig Scherzo met dynamische accenten die de spot drijven met de maatsoort, volgt de Finale. Het was dit deel waarmee Brahms bij de première vriend en vijand verbaasd deed staan. Wie verwachtte van de 52-jarige meester dat hij zijn toevlucht zou zoeken tot archaïsche uitdrukkingsmiddelen, zoals de barokke passacaglia en de zeventiende-eeuwse variatievorm? Gedurende het gehele vierde deel klinkt als onveranderlijk fundament in de bas een melodie van acht maten, ontleend aan Bachs Cantate nr. 150 ‘Nach dir, Herr, verlanget mich’. Met de dertig variaties op deze baslijn besluit Brahms op monumentale wijze zijn symfonische oeuvre.
Biografieën
Fun fact
Johannes Brahms
(Hamburg, 17 mei 1833 – Wenen, 3 april 1897)
Den Haag maakte al in het premièrejaar 1885 kennis met de Vierde symfonie van Brahms. Slechts een paar weken na de eerste uitvoering in het Duitse Meiningen dirigeerde Brahms de Meininger Hofkapel in het Gebouw voor Kunsten & Wetenschappen in Den Haag. Volgens een recensent viel de componist ‘warme toejuichingen’ ten deel. Het Residentie Orkest speelt de symfonie al sinds 1914 onder verschillende chef-dirigenten maar ook onder bekende namen als Leonard Bernstein, Antal Dorati, Karl Böhm en Bernard Haitink.
Het echtpaar Mozart kreeg zes kinderen, van wie slechts twee de volwassen leeftijd zouden bereiken. Eind 1786, in de periode dat Wolfgang aan zijn Pianoconcert nr. 25 werkte, overleed al na een maand Johann Thomas Leopold. Slechte voeding, dito hygiëne en de bedenkelijke kwaliteit van de medische stand waren debet aan de hoge zuigelingensterfte in het algemeen.
Vandaag in het orkest
Help Den Haag aan muziek!
Steun ons en help alle inwoners van Den Haag te bereiken en te verbinden met onze muziek.
Bekijk alle programmaboekjes
Houd rekening met uw buren en zet de helderheid van uw scherm omlaag.