Programmaboekje
RO NOW: Ein deutsches Requiem
vrijdag 5 mei
20:30
uur
Geen requiem zo liefdevol als dat van Johannes Brahms. Waar de traditionele dodenmis gaat over de angst voor het grote onbekende, maakt Brahms een hartverwarmende compositie als troost voor de achterblijvers.
Johannes Brahms (1833-1897)
Ein deutsches Requiem, op. 45 (1865-1868)
Selig sind, die da Leid tragen (Ziemlich langsam und mit Ausdruck)
Denn alles Fleisch es ist wie Gras (Langsam, marschmäßig)
Herr, lehre doch mich (Andante moderato)
Wie lieblich sind deine Wohnungen (Mäßig bewegt)
Ihr habt nur Traurigkeit (Langsam)
Denn wir haben hie keine bleibende Statt (Andante)
Selig sind die Toten (Feierlich)
Einde concert circa 22.15 uur.
Er wordt voor het concert gefilmd in de Foyer.
Geliefde moeder
In 1856 werd Johannes Brahms, nog maar 23 jaar oud, hard geconfronteerd met de dood. Hij was bevriend geraakt met het gezin Schumann dat in Düsseldorf woonde en maakte van nabij de waanzin en tragische dood in een inrichting van Robert Schumann mee. Het bracht Brahms op het idee om een eerbetoon te componeren, niet volgens het traditionele requiem, maar een verzameling Bijbelteksten over de vergankelijkheid van het leven en de troost voor de nabestaanden. Voorlopig kwam het er niet van maar in 1861 vatte hij het opnieuw op. Als eerste selecteerde hij teksten uit de Duitse Bijbelvertaling. Ook componeerde hij enkele delen, maar legde het daarna weer terzijde. Een nieuwe impuls kwam in 1865 met het overlijden van zijn moeder, op wie hij zeer gesteld was geweest. Troost zoekend in de muziek pakte Brahms zijn Deutsches Requiem weer op en voltooide het in de twee jaar daarna. Na de succesvolle première in 1868 in Bremen voegde Brahms er nog een extra deel aan toe, waarmee het werk zijn definitieve voltooiing kreeg.
Troost voor de medemens
Hoewel Brahms een religieuze opvoeding in de Lutherse traditie had gekregen, had het geloof voor hem in de loop der jaren veel van zijn betekenis verloren. Hij ging veel meer uit van het waardevolle dat hij in de medemens zocht, dan dat hij dat uit Bijbelse dogma’s haalde. Dat is in de tekstkeuze van Ein deutsches Requiem goed te merken. Het gaat niet over de goddelijke voorzienigheid in het uur van de dood, maar veel meer over de menselijke benadering van de eindigheid van het leven en de troost die nabestaanden elkaar kunnen bieden. Troost is dan ook een van de kernbegrippen van de compositie dat centraal staat in het eerste en het zevende, laatste deel. Deel twee en zes stellen de tijdelijkheid van het aardse en de eeuwigheid van het hemelse tegenover elkaar. Weer een stap naar binnen staan deel drie en vijf tegenover elkaar. In deel drie klaagt de mens over zijn sterfelijkheid, maar in deel vijf is dat het vertrouwen in troost dat de sterfelijkheid aanvaardbaar maakt. Het brengt ons bij deel vier, de kern van het stuk. Het gaat hier om de ‘lieflijke woningen’ - wat dat dan ook precies mag zijn - waarin de gestorven ziel van de mens zijn rust kan vinden. En dat was voor de humanist Brahms de essentie om het kortstondig menselijk leven te accepteren.
Kees Wisse
Wie spelen er?
Residentie Orkest Den Haag
Lawrence Renes
Katrien Baerts
Raoul Steffani
Capella Amsterdam
Fun fact
Johannes Brahms
(Hamburg, 17 mei 1833 – Wenen, 3 april 1897)
Brahms in Nederland
Brahms is meerdere malen in Nederland geweest om zijn eigen werken te dirigeren of te soleren. Een uitvoering in Amsterdam beviel hem echter niet en na afloop zou hij tegen zijn vriend Julius Röntgen hebben gezegd: ‘Naar Amsterdam kom ik alleen maar terug om goed te eten en te drinken.’
Vandaag in het orkest
Steu het Residentie Orkest
Steun ons en help alle inwoners van Den Haag te bereiken en te verbinden met onze muziek.
Bekijk alle programmaboekjes
Houd rekening met uw buren en zet de helderheid van uw scherm omlaag.