Meer over Naomi
Ik heb een prachtige Marconcini uit Ferrara uit 1784, in bruikleen van het NMF. Toen ik in 2007 een aantal violen ging uitproberen was ik direct verkocht bij de mooie klank van dit instrument. Ik ben heel blij dat ik hem nog steeds mag bespelen!
2008
Conservatorium van Amsterdam, Royal College of Music in Londen
Bach
Waar luister ik graag naar?
Het is lastig om favoriete composities aan te geven want het zijn er zóveel en het wisselt ook. Ik hou het meeste van Bach, alleen dat spelen we als symfonieorkest maar een keer per jaar: de Matthäus Passion. Dat is dan ook een week waar ik altijd erg naar uitkijk, ook al komt het elk jaar weer terug en heb ik het inmiddels talloze keren gespeeld. Nog steeds krijg ik kippenvel, al is het maar bij het eerste akkoord, of als het jongenskoor inzet, of bij de prachtige aria’s. Eigenlijk bij alles, drie uur lang! Het is heel bijzonder om het podium te delen met twee orkesten, twee koren (en natuurlijk het geweldige matrozenkoor!) en de solisten-cast.
In het orkest speel ik het liefst grote werken, zoals symfonieën van Mahler en Bruckner. Ik zou elke maand wel een Mahlersymfonie willen spelen, ze zijn allemaal prachtig en toch heel verschillend. En uitdagend om te spelen, in elk geval nooit saai! Mijn favoriet is Mahlers Negende symfonie, de uitvoering met Gergiev door het London Symphony Orchestra vind ik heel mooi en heb ik ook zelf met dit orkest gespeeld.
Bij Bruckner is altijd zo’n spannende opbouw. Alleen niet zo comfortabel om te spelen omdat je als strijker heel veel tremolo moet spelen en daar krijg je echt pijn van aan je arm. Ik ben altijd aan het aftellen na de nietjes (halverwege de partij).
Strauss is als violist gewoon heerlijk spelen: je verveelt je geen moment, het is ook meestal lekker geschreven. Dus wel een moeilijke virtuoze partij die je echt goed moet voorbereiden, maar ook fijn om te spelen met mooie melodieën. Favoriet: Don Juan met het Concertgebouworkest.
Ten slotte speel ik heel graag (oorlogs)symfonieën van Sjostakovitsj. Mijn vader luisterde dit vaak toen ik nog een klein meisje was met het geluid heel hard, toen vond ik het maar eng! Nu niet meer. Hoe meer koper/slagwerk hoe beter! Echt zo gaaf om maar een minionderdeeltje van zo een groot geheel te zijn. De Zevende, Achtste en Tiende zijn mijn favoriet, hoewel ik er niet vrolijk van word. De langzame delen gaan echt door merg en been, voor mij is dat de meest verdrietige muziek die me echt raakt. Geen aanrader om “lekker te luisteren” maar wel een geweldige ervaring om mee te maken en vooral voor mij om te spelen.
Verder vind ik Bartóks Concert voor Orkest heel gaaf en Daphnis et Chloé van Ravel.