Programmaboekje
Muzikale ontdekkingen
woensdag 13 december
20:15
uur tot circa 21:30 uur
De spotlight staat op vrouwen in de muziek. In de sfeervolle Nieuwe Kerk spelen topsolistes uit ons orkest werken van vrouwelijke componisten.
Programma
Amy Beach (1867-1944)
Quartet for Strings (in one movement), op. 89 (1929)
Toen de Handel and Haydn Society uit Boston in 1892 de eerste uitvoering verzorgde van de Mis in Es van Amy Beach, werd ze meteen gerekend tot Amerika’s belangrijkste componisten. In 1896 zette ook de New York Symphony Society met Beach’ Gaelic Symphony voor het eerst werk van een vrouw op het programma. Beach, die zich van jongs af aan liet inspireren door vogelgezang en andere geluiden uit de natuur, ontwikkelde zich vooral door zelfstudie. Toen ze trouwde mocht ze van haar man niet vaker dan een of twee keer per jaar optreden als pianiste, maar hij moedigde haar wel aan om ‘grote’ stukken te componeren. Ze componeerde o.a. haar Keltische symfonie, koorwerken als Jubilate voor de Womans Building op de wereldtentoonstelling in Chicago van 1894 en een Pianoconcert, maar ze schreef ook kamermuziek, waarbij ze steeds weer nieuwe wegen probeerde in te slaan. In haar Quartet for Strings in one movement uit 1929, dat pas in 1994 gepubliceerd werd, verwerkte ze de drie Inuit-melodieën, die zowel de thematiek als de structuur van het eendelige strijkkwartet bepalen, dat door de geslaagde integratie van kunst en volksmuziek gewaardeerd wordt als een echt ‘Amerikaans’ klinkend strijkkwartet van ongewone schoonheid.
Wenneke Savenije
Cécile Chaminade (1857-1944)
Sérénade aux étoiles, op. 142 (1911)
De Franse pianiste en componiste Cécile Chaminade was tijdens haar leven beroemd, maar daarna werd ze al snel vergeten. Chaminade kreeg thuis muziekles en gaf op haar achttiende haar eerste concert, waarna ook haar composities gaandeweg de aandacht trokken. Bizet noemde haar ‘Mijn kleine Mozart’, Saint-Saëns en Chabrier moedigden haar aan om vooral door te gaan en koningin Victoria behoorde tot haar vurige bewonderaars. Chaminade maakte tournees door Europa en debuteerde in 1908 in de Verenigde Staten met het Philadelphia Orchestra en haar eigen Concertstück, waarna er wel tweehonderd Chaminade Music Clubs in Amerika werden opgericht. Na de dood van haar vader in 1887 moest Chaminade zichzelf en haar moeder onderhouden met de opbrengsten van composities en recitals. Ze verlegde haar focus naar kamermuziek, wat haar al snel de kritiek opleverde dat haar muziek ‘het niveau van de salonmuziek’ niet overschreed. Ten onrechte, want het op de klassieke leest geschoeide oeuvre van Chaminade omvat imposante orkestwerken, balletten, een opera, soloconcerten en koorwerken. Ze componeerde in een post-romantisch idioom, hield zich verre van modernistische technieken en doet door de heldere elegantie en toegankelijkheid van haar kamermuziek ‘typisch Frans’ aan. Haar Sérénade aux étoiles voor fluit en piano werd opgedragen aan Adolphe Hennebains (1862-1914), eerste fluitist van de Parijse Opera. Met zijn chromatische melodielijnen en belachtige pianoklanken klinkt het in 1911 gepubliceerde stuk daadwerkelijk als een glinsterende ode aan de sterren.
Wenneke Savenije
Nadia Boulanger (1887-1979)
Trois Pièces pour violoncelle et piano (1911)
· Modéré
· Sans vitesse et a l’aise
· Vite et nerveusement rythmé
De Franse componiste, dirigente en pedagoge Nadia Boulanger wist volledig aan het stigma ‘een vrouw die componeert’ te ontstijgen. Ze ontwikkelde zich met succes tot ‘een componiste die toevallig een vrouw is.’ Tot haar leerlingen in Parijs behoorden o.a. Daniel Barenboim, Aaron Copland, Philipp Glass en Astor Piazolla. Als componiste was ze het meest actief tijdens haar jongere jaren. Topmusici voerden haar werk overal ter wereld met succes uit. Boulangers Trois Pièces voor cello en piano uit 1911 werd aanvankelijk als orgelwerk gecomponeerd, maar door Boulanger zelf getranscribeerd voor cello. Het ‘post impressionistische’ werk is opgebouwd uit drie delen: het mysterieuze Modéré, waarin de cello delicaat zijn intrede maakt boven druppelende effecten in de piano; Sans vitesse et a l’aise, een vredige klaagzang met slaapliedachtige melodieën, en de hectische finale Vite et nerveusement, waarin Boulanger de cello grote sprongen laat maken boven akkoorden in de piano, die het effect van geluidsgolven sorteren. Het lyrische middengedeelte verkent het timbre van de cello in heel zijn bereik, waarna het stuk eindigt in een epische conclusie. In sommige passages verwijzen naar de onmiskenbare invloed van Debussy en Fauré.
Wenneke Savenije
Kaija Saariaho (1952-2023)
Mirrors (1997)
De op 2 juni 2023 overleden Finse componiste Kaija Saariaho profileerde zich van het begin af aan als een vrije geest. Opgeleid door leraren die het serialisme aanhingen, zocht zij haar eigen experimentele weg: “Je mocht begin jaren tachtig geen puls of tonaal georiënteerde harmonieën of melodieën gebruiken. Maar ik wil geen muziek schrijven door middel van ontkenningen. Alles is toegestaan, zolang het maar met goede smaak gebeurt.” Saariaho deed onderzoek naar computeranalyses van het geluidsspectrum van individuele noten, geproduceerd door verschillende instrumenten. Ze ontwikkelde technieken voor computerondersteunde compositie, experimenteerde met ‘musique concrète’ en schreef stukken waarin ze live-uitvoeringen combineerde met elektronischer muziek. Haar stuk Mirrors voor fluit en cello, gebaseerd op het principe van symmetrie en spiegelbeelden in de muziek, werd in 1997 gecomponeerd tijdens het hoogtepunt van het CD-Rom-tijdperk. Saariaho stelt in de partituur dat er altijd een spiegel moet zijn tussen de musici in een of meer van de volgende muzikale dimensies: ritme, toonhoogte, instrumentaal gebaar of timbre. Via CD-Rom probeerde ze ook de gebruikers actief bij het stuk te betrekken. Bij liveoptredens hebben de fluitist en cellist de ruimte om artistieke beslissingen te nemen over welke spiegels ze willen creëren en hoe ze die effecten gaan realiseren. De originele partituur toont Saariaho’s eigen spiegelbeelden door middel van ritmes, toonhoogte en gebaren.
Wenneke Savenije
Rebecca Clarke (1886-1979)
Lullaby (1909)
Rebecca Clarke studeerde muziek aan het Royal College of Music in Londen en bereikte wat zij ‘mijn enige vleugje succes’ noemde in 1919, toen haar Altvioolsonate de eerste plaats behaalde in een wedstrijd. Clarke woonde een groot deel van haar leven in de Verenigde Staten, hoewel ze in Groot-Brittannië was geboren en opgeleid. Haar muziek valt op door haar passie en kracht en omvat een reeks twintigste-eeuwse stijlen, waaronder het impressionisme, post-romantiek en neoklassiek. Hoewel ze bijna honderd werken schreef (liederen, koorwerken, kamermuziek en muziek voor solopiano), werden er tijdens haar leven slechts twintig stukken gepubliceerd. Toen ze in 1979 op 93-jarige leeftijd overleed, waren deze allemaal al lang geleden verschenen en uitverkocht. Opmerkelijk is dat Clarke, zodra er liefde in het spel was (eerst met een getrouwde man, later met een leraar van de Juilliard School in New York), nauwelijks meer toekwam aan het componeren. Clarke schreef tussen 1909 en 1918 een hele reeks slaapliedjes voor twee instrumenten, waaronder viool en piano, altviool of cello en piano en viool en cello. Het lieflijke idee van een kind wiegen of in slaap zingen sloeg duidelijk aan bij haar romantische en dromerige karakter en haar bijzondere manier van uitdrukken in de muziek.
Wenneke Savenije
Clara Schumann (1819-1896)
Pianotrio in g, op. 17 (1846)
· Allegro moderato
· Scherzo: Tempo di Menuetto – Trio
· Andante
· Allegretto
Tijdens haar leven was Clara Schumann vooral beroemd al pianovirtuoze en later pianopedagoge. Maar als componiste stond ze in de schaduw van haar echtgenoot Robert Schumann, die weliswaar grote bewondering uitte voor haar Liederencyclus, op. 13, die in 1844 in druk verscheen, maar vervolgens toch verklaarde: “Clara heeft een aantal kleinere stukken geschreven, zo breekbaar en rijk aan muzikale inventiviteit als het haar vroeger niet lukte. Maar het hebben van kinderen en een fantast als man gaat niet samen met componeren. Het ontbreekt haar aan aanhoudende oefening. Dat raakt me vaak omdat op deze manier zo menige mooie ingeving verloren gaat die ze niet kan verwezenlijken.” Met een steeds depressiever wordende man en acht kinderen om voor te zorgen, had Clara het allesbehalve gemakkelijk, maar desondanks bleef ze af en toe componeren. Haar enige Pianotrio in g, op. 17 ontstond in 1846 in Dresden, terwijl ze een miskraam doorstond en met lede ogen aanzag dat haar echtgenoot steeds zieker begon te worden. Het vierdelige werk geldt als het meesterwerk van Clara Schumann als componiste en vertoont in haar klassieke opzet en romantische stijl verwantschap met Schumanns een jaar later gecomponeerde Pianotrio, op. 63. Clara zelf noteerde in haar dagboek over het componeren: “Er is niets dat de vreugde van het creëren overtreft, al was het maar omdat je er uren van zelfvergetelheid mee wint, wanneer je leeft in een wereld van geluid.”
Wenneke Savenije
Liever op papier? Download een printbare versie van dit programma.
Biografieën
Help Den Haag aan muziek!
Steun ons en help alle inwoners van Den Haag te bereiken en te verbinden met onze muziek.
Bekijk alle programmaboekjes
Houd rekening met uw buren en zet de helderheid van uw scherm omlaag.