Dorine Schade
“Ik heb hele mooie herinneringen aan het Residentie Orkest”
Dorine Schade neemt eind deze maand afscheid van het Residentie Orkest. En daarmee hangt ze na ruim dertig jaar de piccolo symbolisch aan de wilgen. “Ik heb hele mooie herinneringen aan het orkest: van Svetlanov tot nu.”
De heroïsche finale van de Derde symfonie van Beethoven onder leiding van gastdirigent Antony Hermus zullen Dorines allerlaatste noten zijn in de Concertzaal van Amare. Maar een zwart gat doemt zeker niet op. “Natuurlijk is met pensioen gaan best spannend. Maar ik laat het gewoon op me afkomen. Uiteraard blijf ik fluit spelen en lesgeven. Maar ik wil ook de piano weer herontdekken, ga op naailes en ik ben van plan vooral ook mijn familie weer vaker op te zoeken. Door al het harde werken van de afgelopen jaren ben ik daar te weinig aan toegekomen.”
"Natuurlijk is met pensioen gaan best spannend. Maar ik laat het gewoon op me afkomen."
- Dorine Schade
Venlo
Dorine is de jongste uit een gezin van maar liefst elf kinderen. Opgroeiend in het Limburgse Venlo kwam ze al vroeg in aanraking met muziek. “In ons grote gezin werd door veel broers en zussen piano, viool, altviool of cello gespeeld. We musiceerden ook veel met elkaar wat ontzettend leuk was. Ik speelde al van jongs af aan piano. Maar toen mijn oudste zus weer een tijdje thuis kwam wonen, mocht ik haar fluit proberen. En dat vond ik eigenlijk nog veel leuker dan piano, niet alleen qua repertoire maar ook qua sociale omgeving omdat ik dan in een amateurorkest kon spelen.”
Den Haag
“Op mijn achttiende ben ik naar het conservatorium in Maastricht gegaan maar daar ben ik niet lang gebleven. Ik hoorde op een gegeven moment een plaatopname van een fluitconcert van Haydn, door de Nederlandse fluitist Frans Vester. Die heb ik toen een brief geschreven of hij mij een keer wilde horen spelen. Ik was in de wolken toen dat mocht! Zo ben ik op het Koninklijk Conservatorium hier in Den Haag beland. Ik moest wel even wennen hoor, met al dat verkeer en al die mensen en ook die grote fluitklas. Maar de studie was fantastisch. Vester dook de oude muziek in, was een van de eersten die traverso ging spelen en een pionier op het gebied van uitvoeringspraktijk: zijn credo ‘probeer te spelen zoals het bedoeld is’ omarmde ik volledig. Ik ben heel blij dat ik die brief ooit heb geschreven.”
Balletorkest
Na haar studie begon Dorine als solo-piccolo en later eerste fluit bij het Nederlands Balletorkest in Amsterdam. Na een aantal mooie jaren kwam er een vacature solopiccolo voorbij bij het Residentie Orkest. “Daar heb ik best lang over moeten nadenken want ik wist niet zeker of ik alleen piccolo wilde spelen. In het Balletorkest heb je mooie fluitsolo’s maar het publiek komt toch in eerste instantie voor de balletdansers. En er is veel herhaling, na zeven jaar had ik best vaak het Zwanenmeer, Assepoester en Romeo en Julia gespeeld. Ik wist dat ik meer uitdaging wilde en een nieuwe stap moest zetten.”
Residentie Orkest
En zo keerde Dorine terug naar haar studiestad Den Haag en kwam ze 1992 terecht bij het Residentie Orkest, dat net Jevgeni Svetlanov had aangenomen als chef-dirigent. “Een groots dirigent, een vriendelijke en bijzonder muzikale man. Ik weet nog dat we een keer een symfonie van Skrjabin uitvoerden. Dat was zo ongelooflijk mooi, alsof het orkest opsteeg, boven zichzelf uit. Ook zijn Mahlersymfonieën waren goud waard. Ik kijk daar echt met veel plezier op terug. Maar nog steeds spelen we heel goed, ik ben ook erg gelukkig met de houtblazersgroep en de constante kwaliteit. Er wordt goed samengewerkt en dat hoor je terug. Nog steeds speel ik graag piccolo in het orkest want je bent als het ware de ‘icing on the cake’, een soort glanslaagje. De concertzaal projecteert heel goed de hogere noten waardoor ik moet zorgen dat ik niet te veel domineer, maar ik geniet enorm van deze mooie zaal. Ik ben erg blij dat ik de verhuizing naar het centrum van Den Haag nog heb mogen meemaken en in deze zaal heb kunnen spelen.”
Lesgeven
Dorine heeft naast haar orkestbaan ook altijd lesgegeven, op muziekscholen, thuis en op het conservatorium. “Het is fijn om mensen hun oren te openen, ideeën mee te geven en vooral te inspireren. Maar lesgeven moet wel van twee kanten komen. Leerlingen moeten echt iets willen met hun instrument anders wordt het niets”, zegt ze lachend. “Maar eerst ga ik thuis mijn vleugel uitpakken en zelf studeren en misschien zelfs op les. Mijn buren zullen heel veel Debussy gaan horen want ook daar houd ik ontzettend veel van.”
Jan Jaap Zwitser