Programmaboekje
Tsjaikovski 5
Vrijdag 16 december - 20.00 uur
Voorafgaand aan dit concert vindt een Starter plaats.
Deze kun je bijwonen in de Swing op de eerste verdieping links naast de garderobe.
Het concert van vanavond wordt opgenomen door NPO Radio 4 en uitgezonden op dinsdag 20 december a.s. in het Avondconcert vanaf 20.00 uur.
Residentie Orkest Den Haag
Anja Bihlmaier, dirigent
Stefan Jackiw, viool
Calliope Tsoupaki (1963)
Perasma (2022)
Jean Sibelius (1865-1957)
Vioolconcert in d, op.47 (1904-1905)
Allegro moderato
Adagio di molto
Allegro ma non tanto
Pauze
Alberto Tombolan (1994)
One Minute Symphony: VETRATA (2022)
Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840-1893)
Symfonie nr. 5 in e, op. 64 (1888)
Andante – Allegro con anima
Andante cantabile con alcuna licenza
Valse: Allegro moderato
Finale: Andante maestoso – Allegro vivace
Einde concert circa 22.15 uur
Anja Bihlmaier - dirigent
Studie Musikhochschule Freiburg, Mozarteum Salzburg.
Huidige positie Chef-dirigent Residentie Orkest, vaste gastdirigent Lahti Symphony Orchestra.
Highlights Recent dirigeerde ze het Deutsches Symphonie-Orchester Berlin, Deutsche Radio Philharmonie Saarbrücken Kaiserslautern, Royal Stockholm Philharmonic, Lahti Symphony Orchestra, Tampere Philharmonic, City of Birmingham Symphony Orchestra, BBC Scottish Symphony Orchestra, Orquestra Symfónica de Barcelona, Basque National Orchestra, Gothenburg Symphony, Fins Radio-orkest, Orquesta Sinfónica de Madrid en MDR-Sinfonieorchester. De afgelopen seizoenen dirigeerde ze tevens verschillende operaproducties in Wenen (Volksoper), Trondheim en Malmö. Was vast verbonden aan de operahuizen van Kassel en Hannover.
Stefan Jackiw - viool
Opleiding Begon op vierjarige leeftijd met zijn vioolstudie, kreeg les van o.m. Zinaida Gilels, Michèle Auclair en Donald Weilerstein. Studeerde tevens aan Harvard University en New England Conservatory. Maakte met twaalf jaar zijn professionele debuut in Boston.
Highlights Trad in Europa op met o.m. het Deutsches Sinfonieorchester Berlin, London Philharmonic Orchestra, Orchestre Philharmonique de Strassbourg, NDR Elbphilharmonie Orchester en in de Verenigde Staten met de New York Philharmonic, Cleveland Orchestra en de orkesten van Boston, Chicago, Philadelphia, San Francisco en Pittsburgh. Werkte met dirigenten als Alan Gilbert, Andrew Davis, Ludovic Morlot, Marin Alsop en Krzysztof Urbanski. Tourde met Gidon Kremer en Kremerata Baltica door Azië en met de Deutsche Kammerphilharmonie en Matthias Pintscher gaf hij de wereldpremière van het aan hem opgedragen Tweede vioolconcert ‘Jubilant Arcs’ van David Fulmer. Maakte in 2013 zijn debuut bij het Residentie Orkest.
Won in 2002 de Avery Fisher Career Grant.
Bespeelt een viool van Vincenzo Ruggieri uit Cremona (1704).
Residentie Orkest Den Haag
Opgericht Den Haag, 1904
Huidige chef-dirigent Anja Bihlmaier
Vaste gastdirigenten Richard Egarr en Jun Märkl
Chef-dirigenten Henri Viotta, Peter van Anrooy, Frits Schuurman, Willem van Otterloo, Jean Martinon, Ferdinand Leitner, Hans Vonk, Evgenii Svetlanov, Jaap van Zweden, Neeme Järvi, Nicholas Collon.
Te zien in o.a. Amare, Paard, De Nationale Opera, Koninklijk Concertgebouw, De Doelen, TivoliVredenburg.
Educatie Jaarlijks bereik van ruim 40.000 scholieren, volwassenen en amateurmusici in educatieve projecten. Onderdeel hiervan is The Residents, waarmee het orkest honderden kinderen uit Haagse wijken in contact brengt met klassieke muziek.
Tsoupaki, Sibelius & Tsjaikovski
In haar nieuwe compositie Perasma spreekt Calliope Tsoupaki van het onvermijdelijk verdergaan op je levenspad. Voor Sibelius en Tsjaikovski geen eenvoudige opgave als je ziet onder welke omstandigheden het Vioolconcert van de één en de Vijfde symfonie van de ander tot stand kwamen.
Overgang
Een mens houdt niet van veranderingen. Het liefst moet alles vertrouwd en hetzelfde blijven, maar dat is onmogelijk. Je kunt achteruitkijken naar wat geweest is, maar je gaat onherroepelijk de toekomst in. Dat is in het kort het thema van het nieuwe werk dat Calliope Tsoupaki, tot 2021 Componist des Vaderlands, in opdracht voor het Residentie Orkest componeerde. Perasma noemt zij het, een Griekse term die zoveel als ‘overgang’ betekent. Voor Tsoupaki het voortdurende moment dat je het verleden letterlijk achter je moet laten en verder moet op je levenspad, hoe lastig dat soms ook is. Maar het geeft je ook de uitdaging om vooruit te kijken en nieuwe dingen te ontdekken die minstens zo mooi kunnen zijn. Tsoupaki plaatst dat idee ook in de actualiteit. We bevinden ons in een kil moment in de geschiedenis en leven in angst voor een dreigende oorlog en een grote klimaatcrisis, problemen die ons een machteloos gevoel geven. En toch gaan we verder, ook al is de uitkomst onbekend.
Op eigen wijze geeft Tsoupaki aan het concept ‘perasma’ haar warme muzikale invulling. Hoe precies is iets van haar persoonlijk. Voor de luisteraar is Perasma daarmee een beleving die volledige ruimte geeft voor eigen interpretatie.
Oude liefde
Ondanks zijn roem als nationaal componist van Finland ging het leven voor Jean Sibelius niet over rozen. Regelmatig bleef hij lange tijd van huis en gaf zich over aan peperdure eet- en drankgelagen, dit tot wanhoop van zijn echtgenote Aino. Componeren met een kater is niet eenvoudig maar Sibelius moest wel om zijn enorme restaurantrekeningen te kunnen betalen. In 1903 pakte hij een oude liefde op: de viool. Ooit had hij een beroemd violist willen worden maar daarvoor had hij toch te weinig talent. Zijn grondige kennis van het instrument gaf hem echter wel de mogelijkheid zijn duivels moeilijk Vioolconcert te schrijven. Het eerste deel is rapsodisch van opzet waarin orkest en solist het thematisch materiaal presenteren. Het mondt uit in een uitgebreide cadens waarin alle melodieën verder uitgewerkt worden, waarna het samenspel tussen viool en orkest als een reprise terugkeert. Na een lyrisch maar bepaald niet eenvoudig langzaam middendeel, waarin ook het orkest tot grote symfonische hoogten stijgt, volgt de finale. Ook hier strooit Sibelius kwistig rond met vingerbrekende passages en door het stuwende ritme en de telkens terugkerende melodie lijkt het bijna een woeste volksdans.
Violist Victor Nováček, een groot vioolvirtuoos uit die dagen, gaf in februari 1904 de première, maar het bleek zelfs voor hem te hoog gegrepen en de uitvoering werd een fiasco. Een herziene, iets makkelijker versie werd anderhalf jaar later door Karel Halíř met succes ten doop gehouden. Maar hoe onspeelbaar het Vioolconcert werkelijk was? Sibelius droeg het korte tijd later op aan het Hongaarse wonderkind Franz von Vecsey die het met zijn dertien jaren spelenderwijs uitvoerde….
Van treurmars tot triomfmars
Nog meer dan Sibelius kende Pjotr Iljitsj Tsjaikovski meer doornen dan rozen in zijn persoonlijke leven. Als homoseksueel onbegrepen in het zeer homovijandige Rusland, daarom in paniek getrouwd en meteen weer gescheiden, het deed zijn niet al te sterke zenuwen bepaald geen goed. Het is duidelijk te horen in veel composities uit die jaren. Zo wordt de opening van de Symfonie nr. 4 wel gezien als een noodlotsmotief. En in zijn Manfred-Symfonie voelde hij zich verbonden met de held uit Lord Byrons gelijknamige toneelstuk die aan het onbegrip van de wereld ten onder gaat. Maar Tsjaikovski laat zich er niet zomaar onder krijgen, al begint zijn Symfonie nr. 5 nog met een thema dat getuigt van peilloze treurigheid. Naarmate de symfonie vordert krijgt dit thema echter een steeds positievere inhoud. Van een dieptrieste treurmars aan het begin, transformeert het naar een berustende melodie in het langzame deel, en komt het een kort moment ontspannen voorbij in het walsritme van het derde deel. De finale is zelfs opgetogen met het thema als spetterende triomfmars in een hemelbestormende apotheose. Zelfs Tsjaikovski vond dat slot over de top en noemde het ‘een nutteloos stuk broddelwerk’. De populariteit van deze symfonie logenstraft deze harde veroordeling van de componist, maar in één opzicht had hij wellicht gelijk, dat het geen recht deed aan zijn ware depressieve gevoelens die hij nog steeds had. Dat kwam pas tot uiting in het zwarte adagio van zijn Zesde ‘Pathetique’ symfonie.
Kees Wisse
Fun fact
Pjotr Iljitsj Tsjaikovski
(Votkinsk, 7 mei 1840 – Sint-Petersburg, 6 november 1893)
Van maart mei 1888 tot maart 1891 woonde Tsjaikovski in een idyllisch buitenhuis vlak bij het dorp Frolovskoje, 90 kilometer te noordwesten van Moskou. Hij had er een mooie tuin, waar hij vaak zat te componeren, maar ook genoot hij daar van tuinieren. Hier componeerde hij enkele grote werken zoals de Vijfde symfonie, de opera Schoppenvrouw en het ballet Doornroosje. Het huis is al lang geleden afgebroken, maar het buurtschap waar het stond is wel, ter ere van de beroemde burger, Tsjaikovskogo genoemd.

Leuk om te weten
Sibelius was van huis uit violist en heeft zelfs nog geauditeerd voor de Wiener Philharmoniker toen hij in Wenen studeerde. Hij werd niet aangenomen.
.jpg/0d1c0526fc0ca04d15d90d1cc5b30f6e.jpg)
One Minute Symphony
Compositiestudent Alberto Tombolan zocht naar inspiratie voor zijn One Minute Symphony in de Kloosterkerk. Hij ontmoette Geerten van de Wetering, vaste organist van de prachtige Kloosterkerk. Ze spraken over de architectuur van de kerk, de lichtinval die door de prachtige ramen komt en de vele verschillende klankleuren van het orgel. Zelf schreef hij over zijn compositie: ‘Het stuk is op de een of andere manier een sonificatie van het glas in lood van de Kloosterkerk, 90 graden gedraaid. Het orkest accentueert geleidelijk de vorm van het eerste deel van het raam, waarbij de blazers de klank nabootsen van het orgel dat er vlak bij is geplaatst.’
