Programmaboekje
Sjostakovitsj 10
Sjostakovitsj 10 | Vr 10 februari – 20.00 uur
RO NOW: Sjostakovitsj 10 | Za 11 februari – 20.30 uur
Voorafgaand aan dit concert vindt een Starter plaatst. Deze kun je bijwonen in de Swing op de eerste verdieping links naast de garderobe.
Residentie Orkest Den Haag
Daniel Raiskin, dirigent
Bram van Sambeek, fagot
Dorian Cooke, fagot
James MacMillan (1959)
Larghetto (2009/2017)
Kalevi Aho (1949)
Dubbelconcert voor twee fagotten en orkest (2017-2018) (Nederlandse première)
I
II - Adagio
III
Pauze
Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975)
Symfonie nr. 10 in e, op. 93 (1951/1953)
Moderato
Allegro
Allegretto – Largo – Piú mosso
Andante – Allegro – L’istesso tempo
Einde concert circa 22.00 uur
Residentie Orkest Den Haag
Daniel Raiskin, dirigent
Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975)
Symfonie nr. 10 in e, op. 93 (1951/1953)
Moderato
Allegro
Allegretto – Largo – Piú mosso
Andante – Allegro – L’istesso tempo
Einde concert circa 22.00 uur
Daniel Raiskin - dirigent
Studie in St.-Petersburg, Amsterdam en Freiburg.
Huidige positie Chef-dirigent van Philharmonie Slowakije, music director van Winnipeg Symphony Orchestra en vaste gastdirigent van Belgrado Philharmonisch Orkest.
Highlights Was eerder chef-dirigent van het Rheinischen Philharmonie Koblenz (2005-2016) en Artur-Rubinstein-Philharmonie in Lódz (2008-2015). Dirigeerde onder meer Orchestre National de Belgique, Orchestre National de Lyon, Residentie Orkest en Warsaw Philharmonisch Orkest. Gaat met Philharmonie Slowakije op tournee door Japan. Dirigeerde tevens in verschillende operahuizen en op bekende internationale festivals.
In de pers “Daniel Raiskin is duidelijk een musicus met een scherpe gevoeligheid en een meester in zijn vak” Gramophone
Bram van Sambeek - fagot
Studie Begon op tienjarige leeftijd met de fagot bij Fred Gaasterland. Studeerde aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag. Masterclasses bij Brian Pollard, Klaus Thunemann en Sergio Azzolini.
Highlights Was eerste fagottist bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest (2002-2011). Soleerde o.a. met orkesten van Lathi en Göteborg, Nederlands Kamerorkest, philharmonie zuidnederland. Werkte als kamermusicus geregeld samen met Alexej Ogrintchouck, Jörg Widmann, Liza Ferschtmann, Christoph Pregardien en Rick Stotijn.
Overig Geeft les aan de conservatoria van Rotterdam, Amsterdam en Den Haag. Componisten als Vanessa Lann en Sebastian Fagerlund schreven concerten voor hem.
Prijzen Nederlandse Muziekprijs (2009), Borletti Buitoni Trust Award (2011).
Website Bram van Sambeek
Dorian Cooke - fagot
Opleiding Koninklijk Conservatorium te Den Haag bij Johan Steinmann en Hochschule für Musik Hanns Eisler in Berlijn, bij prof. K. Thunemann. Masterclasses bij Brian Pollard.
Highlights Sinds 2000 eerste fagottiste van het Residentie Orkest. Tevens lid van het Nederlands Blazers Ensemble en het hedendaags ensemble Nieuw Amsterdams Peil. Speelt tevens vaak in kamermuziekverband.
Overig Componisten als Frigyes Hidas, Theodor Burkali, Stephen Melillo, Vincente Moncho en Harrie Janssen schreven composities voor haar.
Residentie Orkest Den Haag
Opgericht Den Haag, 1904
Huidige chef-dirigent Anja Bihlmaier
Vaste gastdirigenten Richard Egarr en Jun Märkl
Chef-dirigenten Henri Viotta, Peter van Anrooy, Frits Schuurman, Willem van Otterloo, Jean Martinon, Ferdinand Leitner, Hans Vonk, Evgenii Svetlanov, Jaap van Zweden, Neeme Järvi, Nicholas Collon.
Te zien in o.a. Amare, Paard, De Nationale Opera, Koninklijk Concertgebouw, De Doelen, TivoliVredenburg.
Educatie Jaarlijks bereik van ruim 40.000 scholieren, volwassenen en amateurmusici in educatieve projecten. Onderdeel hiervan is The Residents, waarmee het orkest honderden kinderen uit Haagse wijken in contact brengt met klassieke muziek.
MacMillan, Aho en Sjostakovitsj
Dynamiek en energie met de terugkeer van Daniel Raiskin bij het Residentie Orkest – inclusief zijn gedurfde, krachtige interpretaties van Russisch werk.
De opening vanavond is voor de Schotse Sir James MacMillan (1959), een van de succesvolste componisten van dit moment. Zijn muzikale taal wordt bepaald zijn Schotse afkomst, katholieke geloof en Keltische volksmuziek, vermengd met invloeden uit het Verre Oosten en Scandinavische en Oost-Europese muziek. Kenmerkend zijn het gebruik van bekende thema’s en zijn kleurrijke orkestratie. MacMillans Larghetto was oorspronkelijk een koorwerk, een toonzetting van psalm 51 (Miserere), dat perfect het plechtige, treurende karakter weerspiegelt, met hartstochtelijke smeekbeden om Gods genade. De versie voor orkest, geschreven voor het Pittsburgh Symphony Orchestra en diens directeur Manfred Honeck, is welhaast nog monumentaler waarbij MacMillan de volledige orkestklank weet te benutten.
Nederlandse première
Kalevi Aho behoort al jaren tot de belangrijkste Finse componisten. Hij studeerde in eigen land compositie bij Einojuhani Rautavaara en in Berlijn bij Boris Blacher. Tussen 1988 en 1993 doceerde hij zelf compositie aan de Sibelius Academie nadat hij als docent muziektheorie aan de universiteit van Helsinki verbonden was geweest.
In de keuze van genres sluit Aho aan bij de traditie van symfonieën, concerten, kamermuziek en opera. Zo schreef hij tussen 1969 en 2010 vijftien symfonieën en sinds 1981 achttien concerten voor uiteenlopende solo-instrumenten en orkest, vanuit het idee uiteindelijk voor ieder orkestinstrument een concert te schrijven; maar er zijn ook twee pianoconcerten en een concert voor saxofoonkwartet en orkest. In 2012 ging zijn Concert voor trombone en orkest in wereldpremière bij het Residentie Orkest en trombonist Jörgen van Rijen. Vandaag staat de Nederlandse première van zijn Dubbelconcert op het programma. Aho schreef hier zelf over: “Dit werk heb ik in 2016 gecomponeerd op initiatief van fagotvirtuoos Bram van Sambeek. Hij had eerder mijn Fagotconcert uit 2004 uitgevoerd en opgenomen en hij heeft ook de meeste van mijn kamermuziekstukken voor dit instrument uitgevoerd. Volgens Bram krijgt de fagot zelden de mogelijkheid om solo-instrument te zijn, en als het gebeurt, wordt meestal de eigen fagottist van het orkest gevraagd om het Fagotconcert van Mozart te spelen – dat niet eens een van Mozarts meest substantiële concerten is.
Bram stelde voor dat ik een dubbelconcert voor twee fagotten zou componeren, dat hij dan zou kunnen uitvoeren met solofagottisten van orkesten. Het zou het eerste concert zijn dat ooit is geschreven voor twee fagotten en een standaard symfonieorkest. Het idee van Bram bleek succesvol – hij heeft het concert al meerdere malen uitgevoerd in verschillende landen met verschillende solisten.
Het werk bestaat uit drie delen. Beide solopartijen zijn gelijk; het een domineert het ander niet. Ik heb gestreefd naar het creëren van muziek die de beste kwaliteiten van het solo-instrument naar voren brengt en ook zijn virtuoze kwaliteiten presenteert.”
Veertig graden koorts
Dmitri Sjostakovitsj stond als componist op gespannen voet met het stalinistische regime. Enerzijds gold hij als een van de belangrijkste cultuurdragers van de Sovjet-Unie, een status die hem een karrenvracht aan Stalinprijzen, Leninorders en aanverwante onderscheidingen opleverde. Anderzijds kwam het meerdere keren in zijn leven tot een hachelijke aanvaring met ‘de Macht’. Zo kwam Sjostakovitsj’ opera Lady Macbeth uit Mtsensk hem in 1936 op een dreigende reprimande in de staatskrant Pravda te staan en werd hij in 1948 door Stalins cultuurwaakhond Andrej Zjdanov openlijk aangevallen wegens de vermeende ‘formalistische’ inhoud van zijn muziek.
Hoezeer een en ander een wissel trok op de gemoedstoestand van de componist, valt te lezen in Julian Barnes’ historisch accurate Sjostakovitsj-roman Het tumult van de tijd. Doodsbang voor de nachtelijke klop op de deur brengt de componist in het eerste hoofdstuk van het boek zijn nachten wakend door naast de lift van zijn appartement. Hij weet zeker dat hij spoedig zal worden opgepakt en omdat hij zijn gezin de aanblik van zijn arrestatie wil besparen, heeft hij zijn koffer alvast gepakt: drie pakjes Kazbek-sigaretten, stapeltje schoon ondergoed, tandenborstel en tandpoeder.
Zo bezien kan men zich voortellen dat Sjostakovitsj een zekere opluchting moet hebben gevoeld toen hem op 6 maart 1953 het nieuws van Stalins dood bereikte. Zoals de componist uit de doeken doet in zijn door Solomon Volkov opgetekende Getuigenis, maakte hij in Tiende symfonie, geschreven in de zomer en herfst van datzelfde jaar, de wrange balans op van de jarenlange terreur onder de Rode Tsaar.
Na de beklemmende climaxen van op het openingsdeel en de huiveringwekkende angstparade die in het tweede deel wordt opgepookt tot een gevoelstemperatuur van veertig graden koorts, ontlaadt de symfonie zich in het derde deel in een ironisch walsje. Op het dwangmatig herhaalde signatuurmotief D-Es-C-B (D-S-C-H in het Duits, de eerste letters van zijn voor- en achternaam) trekt de componist een sarcastische lange neus naar zijn kwelgeest.
Kalevi Aho en Joep Christenhusz
Sjostakovitsj
Dynamiek en energie met de terugkeer van Daniel Raiskin bij het Residentie Orkest – inclusief zijn gedurfde, krachtige interpretaties van Russisch werk.
Veertig graden koorts
Dmitri Sjostakovitsj stond als componist op gespannen voet met het stalinistische regime. Enerzijds gold hij als een van de belangrijkste cultuurdragers van de Sovjet-Unie, een status die hem een karrenvracht aan Stalinprijzen, Leninorders en aanverwante onderscheidingen opleverde. Anderzijds kwam het meerdere keren in zijn leven tot een hachelijke aanvaring met ‘de Macht’. Zo kwam Sjostakovitsj’ opera Lady Macbeth uit Mtsensk hem in 1936 op een dreigende reprimande in de staatskrant Pravda te staan en werd hij in 1948 door Stalins cultuurwaakhond Andrej Zjdanov openlijk aangevallen wegens de vermeende ‘formalistische’ inhoud van zijn muziek.
Hoezeer een en ander een wissel trok op de gemoedstoestand van de componist, valt te lezen in Julian Barnes’ historisch accurate Sjostakovitsj-roman Het tumult van de tijd. Doodsbang voor de nachtelijke klop op de deur brengt de componist in het eerste hoofdstuk van het boek zijn nachten wakend door naast de lift van zijn appartement. Hij weet zeker dat hij spoedig zal worden opgepakt en omdat hij zijn gezin de aanblik van zijn arrestatie wil besparen, heeft hij zijn koffer alvast gepakt: drie pakjes Kazbek-sigaretten, stapeltje schoon ondergoed, tandenborstel en tandpoeder.
Zo bezien kan men zich voortellen dat Sjostakovitsj een zekere opluchting moet hebben gevoeld toen hem op 6 maart 1953 het nieuws van Stalins dood bereikte. Zoals de componist uit de doeken doet in zijn door Solomon Volkov opgetekende Getuigenis, maakte hij in Tiende symfonie, geschreven in de zomer en herfst van datzelfde jaar, de wrange balans op van de jarenlange terreur onder de Rode Tsaar.
Na de beklemmende climaxen van op het openingsdeel en de huiveringwekkende angstparade die in het tweede deel wordt opgepookt tot een gevoelstemperatuur van veertig graden koorts, ontlaadt de symfonie zich in het derde deel in een ironisch walsje. Op het dwangmatig herhaalde signatuurmotief D-Es-C-B (D-S-C-H in het Duits, de eerste letters van zijn voor- en achternaam) trekt de componist een sarcastische lange neus naar zijn kwelgeest.
Joep Christenhusz
Fun fact
Dmitri Sjostakovitsj
(Sint-Petersburg, 25 september 1906 – Moskou, 9 augustus 1975)
Sjostakovitsj was een muzikaal wonderkind, als pianist en componist. Op zijn negende had hij al pianolessen, vier jaar later studeerde hij aan het conservatorium van Sint-Petersburg. Als zestienjarige speelde hij piano in filmhuizen en vaudevilletheaters, om in het levensonderhoud van zijn familie te voorzien. Hij was ook dol op voetbal en als het even kon, zat hij op de tribune bij zijn favoriete voetbalclub: Zenit Leningrad.
Leuk om te weten
Sjostakovitsj was een perfectionist. Alle klokken in zijn appartement liepen precies gelijk en hij testte de Russische posterijen door zichzelf regelmatig kaarten te sturen.