Programmaboekje
Simone Lamsma speelt Sjostakovitsj
Praktische informatie
Zondag 20 februari
13.30 uur – zaal open
14.15 uur – concert
16.00 uur – einde concert
Dirigent Jun Märkl kan door omstandigheden niet komen. Hij wordt vervangen door Lawrence Renes.
De garderobe is geopend en in de pauze van dit concert staat er een gratis pauzedrankje voor je klaar in een van onze foyers.
Eerder programmaboekje teruglezen? Blader door ons archief. Klik hier!
Richard Hughes (1996)
One Minute Symphony: Priming (2022)
Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975)
Vioolconcert nr. 1 in a, op. 77 (99) (1947-1948)
Nocturne. Moderato
Scherzo. Allegro
Passacaglia. Andante
Burlesque. Allegro con brio – presto
pauze
Johannes Brahms (1833-1897)
Symfonie nr. 1 in c, op. 68 (1862-1876)
Un poco sostenuto – Allegro
Andante sostenuto
Un poco allegretto e grazioso
Adagio – Più andante – Allegro non troppo, ma con brio
Einde concert circa 16.00 uur.
Lawrence Renes - dirigent
Studie Viool aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam en directie aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag.
Highlights Dirigeerde talloze orkesten wereldwijd zoals de London Philharmonic Orchestra, Orchestre National de Lyon, Sinfonieorchester des Bayerischen Rundfunks, Los Angeles Philharmonic, Orchestre Philharmonique de Radio France en de New Jersey Symphony Orchestra. Stond regelmatig voor het Residentie Orkest. Leidde verschillende opera’s bij operahuizen in o.a. Zweden, Groot-Brittannië, Duitsland, Verenigde Staten, België en Nederland. Was chef-dirigent van het Gelders Orkest (1998-2003) en Generalmusikdirektor van het Bremer Theater en Bremer Philharmoniker (2001-2006).
Simone Lamsma - viool
Studie Yehudi Menuhin School, studeerde op negentienjarige leeftijd cum laude af aan de Royal Academy of Music in Londen.
Highlights Werkte met dirigenten als Jaap van Zweden, Vladimir Jurowski, Sir Neville Marriner, Yannick Nézet-Séguin, Jukka-Pekka Saraste, James Gaffigan en Sir Andrew Davis en speelde met o.a. het Koninklijk Concertgebouworkest, Chicago Symphony Orchestra, Cleveland Orchestra, BBC Symphony, Orchestre Philharmonique de Radio France en Hong Kong Philharmonic.
Viool Bespeelt de “Mlynarksi” Stradivarius (1718).
Overig Is dit seizoen artist in residence van Residentie Orkest, Koninklijk Conservatorium Den Haag en Amare.
Residentie Orkest Den Haag
Opgericht Den Haag, 1904
Huidige chef-dirigent Anja Bihlmaier
Vaste gastdirigenten Richard Egarr en Jun Märkl
Chef-dirigenten Henri Viotta, Peter van Anrooy, Frits Schuurman, Willem van Otterloo, Jean Martinon, Ferdinand Leitner, Hans Vonk, Evgenii Svetlanov, Jaap van Zweden, Neeme Järvi, Nicholas Collon.
Te zien in o.a. Amare, Paard, De Nationale Opera, Koninklijk Concertgebouw, De Doelen, TivoliVredenburg.
Educatie Jaarlijks bereik van ruim 40.000 scholieren, volwassenen en amateurmusici in educatieve projecten. Onderdeel hiervan is The Residents, waarmee het orkest honderden kinderen uit Haagse wijken in contact brengt met klassieke muziek.
Sjostakovitsj en Brahms
Kort na de Tweede Wereldoorlog, toen alle landen hun wonden likten, waren het Stalin en consorten die hun overwinningspropaganda in gang zetten. Onder secretaris-generaal Zjdanov werd de cultuurdoctrine een van de speerpunten van het Sovjetregime. Kunst en cultuur die niet expliciet ten dienste stond van het communistische ideaal werd als formalistisch uitgebannen. Dmitri Sjostakovitsj had een reputatie met zowel stalinistische lofzangen, als modernere artistieke uitingen die geïnterpreteerd konden worden als onverholen kritiek op de Sovjetleiders. Tussen beide polen balanceerde de componist in de zwaarste jaren van het ‘zjdanovsjtsjina’, met iedere avond het risico dat de geheime politie voor de deur kon staan.
Precies in deze jaren schreef Sjostakovitsj zijn Eerste vioolconcert. Bij een eerste blik in het programmaboek lijkt het een reeks lichte karakterstukken te zijn, maar schijn bedriegt. Het werd een concert, opgedragen aan violist David Oistrach, dat met zijn intense emotionele diepgang opgeblazen werd tot symfonische proporties.
De lang uitgesponnen meditatieve melodielijnen waarmee de Nocturne begint wekken een sfeer van verstilling. Soms warm, soms ijzig. Deze maken plaats voor een sardonisch Scherzo waarin de componist zijn muzikale handtekening zet met de noten DSCH (D, Es, C, Bes). Het derde deel legt de verbinding met de barokke passacagliavorm: een thema in de bas waarop de soliste negen maal met een klagende melodie varieert, terwijl de orkestratie steeds verder uitdunt tot alleen de vioolsolo overblijft in één van de langste cadensen uit de muziekgeschiedenis. Thema’s uit de eerdere delen worden hier in herinnering gebracht en stuwen de grote solo uiteindelijk richting de grote finale, waarin het naadloos overgaat. Bij de voorbereiding van de première overtuigde violist David Oistrach de componist bij de aanvang van de Burlesque toch nog tot een paar maten rust om – naar eigen zeggen – op zijn minst nog ‘het zweet van zijn voorhoofd te kunnen vegen’. De tour de force eindigt met een uiterst virtuoze Burlesque waarin de luisteraar geconfronteerd lijkt te worden met de vraag wat werkelijkheid en wat karikatuur is.
Gezien de heksenjacht onder Zjdanov is het begrijpelijk dat het werk in de kast bleef liggen. Pas nadat Zjdanov en Stalin overleden waren, durfden Sjostakovitsj en Oistrach het aan in 1955 een première te plannen met het Leningrad Philharmonisch Orkest en dirigent Jevgeni Mravinsky. Het werd een groot succes en het werk triomfeerde al binnen enkele jaren wereldwijd op de grote podia.
Dat de Eerste symfonie van Johannes Brahms ook jaren moest wachten op de eerste uitvoering had hele andere redenen. Al omstreeks 1855 vatte Brahms het plan op een symfonie te schrijven, maar de drempel lag hoog. Brahms leed zwaar onder de druk die de traditie hem had opgelegd, doelend op de grote symfonieën van Beethoven. Schets na schets overleefde zijn kritische blik niet en het zou tot 1876 duren voor het werk in Karlsruhe ten doop kon worden gehouden. En nóg was het niet de definitieve versie. Met dit werk durfde de 43-jarige componist eindelijk de dialoog aan te gaan met de Duitse symfonische traditie.
De vergelijking met Beethoven lag voor de hand, gezien de klassieke vierdelige opbouw en het bij vlagen heroïsche karakter in Beethovens favoriete toonsoort. Maar bovenal is er in het slotdeel een koraalmelodie die sterk doet denken aan Beethovens ‘Ode an die Freude’. Het werk is echter meer dan ‘de Tiende symfonie van Beethoven’, zoals dirigent Hans von Bülow het typeerde.
Vooral de twee middendelen wijken af van Beethovens traditie. In plaats van een langzaam deel en een scherzo, componeerde Brahms twee intermezzoachtige delen. Het wonderschone tweede deel eindigt met een vioolsolo die herinnert aan de Vierde symfonie van Robert Schumann, Brahms’ goede vriend die in 1856 veel te jong gestorven was. Met Schumanns weduwe Clara bleef Brahms goed bevriend. In 1868 stuurde hij haar vanuit Zwitserland nog een verjaardagskaart met daarop een alpenhoornmelodie, met de begeleidende tekst “Hoch auf im Berg, Tief im Thal, grüss ich dich viel tausendmal”. Precies dit alpenhoornthema wordt in het vierde deel van de Eerste symfonie gespeeld, vlak voor de veelbesproken Beethovenparafrase. Maar behalve de gelijkenis met de ‘Ode an die Freude’ bevat het koraalthema ook citaten uit Bachs cantate Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit, waarmee Brahms Beethoven in een historisch kader plaatst en tegelijkertijd zijn critici de mond snoert.
Frans Boendermaker
Brahms in Nederland
Johannes Brahms is meerdere malen in Nederland geweest om zijn eigen werken te dirigeren en soleerde tevens regelmatig. Een uitvoering in Amsterdam beviel hem echter niet en na afloop zou hij tegen zijn vriend Julius Röntgen hebben gezegd: ‘Naar Amsterdam kom ik alleen maar terug om goed te eten en te drinken.’
Leuk om te weten
De verjaardagskaart met de alpenhoornmelodie is bewaard gebleven. Brahms stuurde deze vanuit het Zwitserse Lauterbrunnen.
One Minute Symphony
Compositiestudent Richard Hughes zocht naar inspiratie voor zijn One Minute Symphony in het bedrijf Promolding. Oprichter Jac Gofers gaf Richard een rondleiding in het bedrijf wat gespecialiseerd is in kunststof spuitgieten, productontwikkeling en materiaalonderzoek. Richard zag veel overeenkomsten met het werk in het bedrijf en hoe een orkest werkt. Wie weet zal hij zelfs de geluiden uit de fabriek laten terugkomen in zijn werk.