Residentie Orkest Den Haag 

Jun Märkl, dirigent 

Ruby Hughes, sopraan 

Maurice Ravel (1875-1937) 

Ma Mère l’Oye, cinq pièces enfantines (1908-1910/1911) 

• Pavane de la Belle au bois dormant (Pavane van Doornroosje) 

• Petit Poucet (Klein Duimpje) 

• Laideronnette, Impératrice des Pagodes (Laideronnette -lelijke heks-, Keizerin van de pagoden) 

• Les entretiens de la Belle et de la Bête (Gesprek tussen de Schone en het Beest) 

• Le jardin féerique (De toverachtige tuin) 

Gustav Mahler (1860-1911) 

Rückert-Lieder (1901-1902) 

• Blicke mir nicht in die Lieder! 

• Ich atmet’ einen linden Duft 

• Ich bin der Welt abhanden gekommen 

• Um Mitternacht 

• Liebst du um Schönheit (orkestratie Max Puttmann) 

Pauze 

Gijs van der Heijden (1982) 
One Minute Symphony: Kanikama Shinshuu no. 2 (2022) 

Johannes Brahms (1833-1897) 

Symfonie nr. 3 in F, op. 90 (1883) 

• Allegro con brio 

• Andante 

• Poco allegretto 

• Finale: Allegro 

Einde concert circa 22.15 uur. 

Residentie Orkest Den Haag 

Jun Märkl, dirigent 

Ruby Hughes, sopraan 

Gustav Mahler (1860-1911) 

Rückert-Lieder (1901-1902) 

• Blicke mir nicht in die Lieder! 

• Ich atmet’ einen linden Duft 

• Ich bin der Welt abhanden gekommen 

• Um Mitternacht 

• Liebst du um Schönheit (orkestratie Max Puttmann) 

Johannes Brahms (1833-1897) 

Symfonie nr. 3 in F, op. 90 (1883) 

• Allegro con brio 

• Andante 

• Poco allegretto 

• Finale: Allegro 

Einde concert circa 12.15 uur. 

Jun Märkl - dirigent 

Studie Viool piano en orkestdirectie aan de Musikhochschule in Hannover. Studeerde o.a. bij Sergiu Celibidache, Leonard Bernstein en Seiji Ozawa. 

Huidige positie Chef-dirigent Malysian Philharmonic Orchestra, vaste gastdirigent Residentie Orkest, artistiek adviseur Taiwan National Symphony Orchestra. 

Highlights Stond als dirigent voor alle Europese operahuizen. Was chef-dirigent van het Staatstheater in Saarbrücken (1991-1994), Mannheim Nationaltheater (1994-2000), Orchestre National de Lyon (2005-2011), MDR Sinfonieorchester Leipzig (2007-2012) en Basque National Orchestra (2014-2016). Dirigeerde onder meer het Orchestre de Paris, Rotterdams Philharmonisch Orkest, Zürich Tonhalle Orchester, Wiener Symphoniker en vele Amerikaanse orkesten. Dirigeerde bij de Deutsche Oper de volledige Ring van Wagner. Maakte in 2011 zijn debuut bij het Residentie Orkest. 

Ruby Hughes - sopraan 

Studie Begon als opleiding aan de Guildhall School of Music and Drama (Londen) als cellist. Koos alsnog voor zang en nam les aan de Musikhochschule in München en Royal College of Music in Londen.  

Highlights Werkte met orkesten als Philharmonia Orchestra, Orchestra of the Age of Enlightenmen en Les Arts Florissants met Ivor Bolton, Thierry Fischer, René Jacobs en Jan Willem de Vriend. Mahlers Tweede symfonie nam ze op met het Minnesota Orchestra o.l.v. Osmo Vänskä. Gaf recitals in het Amsterdamse Concertgebouw, Wigmore Hall, Wiener Konzerthaus en Carnegie Hall; zong tevens verschillende operarollen in Theater an der Wien en de English National Opera. Maakt haar debuut bij het Residentie Orkest. 

Prijzen BBC New Generation Artist, Borletti-Buitoni Trust Award, winnaar van eerste prijs en publiekprijs London Handel Singing Competition (2009). 

Residentie Orkest Den Haag 

Opgericht Den Haag, 1904 

Huidige chef-dirigent Anja Bihlmaier 

Vaste gastdirigenten Richard Egarr en Jun Märkl 

Chef-dirigenten Henri Viotta, Peter van Anrooy, Frits Schuurman, Willem van Otterloo, Jean Martinon, Ferdinand Leitner, Hans Vonk, Evgenii Svetlanov, Jaap van Zweden, Neeme Järvi, Nicholas Collon. 

Te zien in o.a. Amare, Paard, De Nationale Opera, Koninklijk Concertgebouw, De Doelen, TivoliVredenburg. 

Educatie Jaarlijks bereik van ruim 40.000 scholieren, volwassenen en amateurmusici in educatieve projecten. Onderdeel hiervan is The Residents, waarmee het orkest honderden kinderen uit Haagse wijken in contact brengt met klassieke muziek. 

Ravel, Mahler & Brahms 

Ravels Ma Mère l’Oye (Moeder de Gans) had zijn oorsprong in de kinderkamer van Mimie en Jean Godebski, de kinderen van Ravels vrienden Cyprien en Ida. Voor de componist was hun huis een ‘thuis’, en hij nam zelfs enkele kunstenaarsvrienden daar mee naartoe. Terwijl er in de huiskamer gedebatteerd, gedeclameerd en vooral gemusiceerd werd, glipte Ravel vaak naar boven om met de twee kinderen te spelen. De kleine Mimie en Jean speelden kennelijk aardig piano, want in 1908 componeerde Ravel voor hen een quatre-mains: de Pavane de la Belle au bois dormant, geïnspireerd op het sprookje van Doornroosje. Vervolgens ontstonden nog vier andere sprookjesminiaturen. Toen het moment van de openbare première was gekomen, lieten de kleine Mimie en Jean het afweten, zodat Ravel gedwongen was op de vooropleiding van het conservatorium twee invallertjes uit te zoeken. Ravel zou de miniaturen twee keer bewerken, in een vanavond gespeelde ‘Suite de Concert’ voor orkest (1911) en een jaar later in een ‘Suite de Ballet’ waarin de vijf delen werden uitgebreid. Eén deel in het bijzonder wint in de orkestversie aan kracht: het laatste deel met de extatische apotheose van de Tovertuin, die ook in de pianoversie al een orkestrale allure heeft.
Archief Residentie Orkest