Programmaboekje
Circle of Life
Richard Wagner (1813-1883)
Siegfried-Idyll (1870)
Joël Bons (1952)
‘Trailblazer’ (2022, wereldpremière)
Pauze
Hendrik Andriessen (1892-1981)
Miroir de Peine (1923, orkestratie in 1933)
Agonie au jardin
Flagellation
Couronnement d’épines
Portement de Croix
Crucifixion
Richard Strauss (1864-1949)
Metamorphosen (1945)
Einde concert circa 22.00 uur.
Leonard Elschenbroich dirigent
Opleiding Yehudi Menuhin School in Londen; Kölner Musikhochschule.
Highlights Concerteerde met orkesten als Staatskapelle Dresden, London Philharmonic, BBC Philharmonic, Orchestre Philharmonique de Radio France en Chicago Symphony Orchestra met dirigenten als Charles Dutoit, Yan-Pascal Tortelier en Andrew Litton. Graag geziene gast op (kamermuziek)festivals en podia wereldwijd. Debuteerde in 2017 bij het Residentie Orkest, speelde in mei nog bij het Residentie Orkest het Tweede celloconcert van Sjostakovitsj.
Prijzen o.a. Leonard Bernstein Award, Förderpreis Deutschlandfunk, Borletti Buitoni Trust Award.
In de pers “A musician of great technical prowess, intellectual curiosity and expressive depth” – New York Times
Lidy Blijdorp cello
Lidy Blijdorp is een celliste met een enorme vertelkracht. Op de Amsterdamse Cellobiënnale werd zij geprezen vanwege haar ‘onthutsende muzikaliteit’. Ze studeerde cum laude af in Den Haag, Amsterdam en Parijs, en ontving haar Artiesten Diploma aan de prestigieuze Koningin Elisabeth Kapel. Ze studeerde bij Monique Bartels, Michel Strauss en Gary Hoffman. Als soliste speelde Lidy met o.a. het State Hermitage Orchestra in St. Petersburg, het Orkest van de 18de Eeuw, het Concertgebouw Kamerorkest het NBE en het Residentie Orkest. In 2020 ontving ze twee Klassieke Edisons voor haar debuut-cd ‘Journeyers’. Lidy bespeelt de Italiaanse Farotti van Anner Bijlsma, haar ter beschikking gesteld door het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds.
Klaartje van Veldhoven sopraan
Sopraan Klaartje van Veldhoven studeerde in Zwitserland en Nederland aan de Schola Cantorum te Basel en het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. In NRC werd zij recentelijk in een 4-sterren recensie van haar recente CD Miroir de Peine, genoemd als een zangeres met ‘lef en smaak’. Zij toerde door Europa met het European Union Baroque Orchestra o.l.v. Christina Pluhar. Ze werkte met Johannes Leertouwer, Jos van Veldhoven, Ton Koopman, Sigiswald Kuijken en Concerto Copenhagen o.l.v. Alfredo Bernardini. Ook soleerde zij bij o.a. het Residentie orkest o.l.v. Shunske Sato en het Corinthian Chamber Orchestra o.l.v Leonard Eisenbroich. Ze zong o.a. op het Festival Oude muziek, Hindsgavl Festival, Festival de Sable, Musica Viva Osnabruck, Grachtenfestival, het Peter de Grote Festival, Festival Classique en Oranjewoudfestival. Toekomstige engagementen betreffen o.a. een tournee in 2023 met Opera2day/de Theateralliantie met Hernan Schwartzman/Theu Boermans, waar zij in Die Zauberflöte de rol van de eerste Dame op zich zal nemen.
Klaartje heeft meegewerkt aan verschillende CD-producties zoals het Stabat Mater van Pergolesi. Deze CD kreeg een tien in tijdschrift Luister. De cd Miroir de Peine, samen met de organist Matthias Havinga, kreeg vijf sterren in de Volkskrant.
Residentie Orkest Den Haag
Opgericht Den Haag, 1904
Huidige chef-dirigent Anja Bihlmaier
Vaste gastdirigenten Richard Egarr en Jun Märkl
Chef-dirigenten Henri Viotta, Peter van Anrooy, Frits Schuurman, Willem van Otterloo, Jean Martinon, Ferdinand Leitner, Hans Vonk, Evgenii Svetlanov, Jaap van Zweden, Neeme Järvi, Nicholas Collon.
Te zien in o.a. Amare, Paard, De Nationale Opera, Koninklijk Concertgebouw, De Doelen, TivoliVredenburg.
Educatie Jaarlijks bereik van ruim 40.000 scholieren, volwassenen en amateurmusici in educatieve projecten. Onderdeel hiervan is The Residents, waarmee het orkest honderden kinderen uit Haagse wijken in contact brengt met klassieke muziek.
Van Andriessen tot Wagner
Op Eerste kerstdag van het jaar 1870 werd Cosima Wagner om half acht gewekt door zachte muziek. Dertien musici uit het Tonhalle Orchester Zürich en hun dirigent Hans Richter waren op verzoek van Richard Wagner naar Luzern gereisd om zijn geliefde te verrassen met een bijzonder verjaardagscadeau: Siegfried-Idyll. In dit intieme symfonische gedicht had Wagner het slaapliedje Schlaf mein kind verwerkt en er klonken vogelgeluiden in op. Pas toen het stuk was afgelopen liep Wagner met de kinderen de slaapkamer binnen om Cosima de partituur van zijn Siegfried-Idyll te overhandigen, waarop in sierlijke letters geschreven stond: ‘Idylle uit Tribschen met vogelgezang van Fidi en een oranje zonsopgang, als symfonische verjaardagsgroet. Voor zijn Cosima gecomponeerd door haar Richard.’
Fidi was het koosnaampje van hun liefdesbaby Siegfried, die in 1869 geboren was. Tijdens die geboorte hoorde Wagner vogelgezang. Pas een jaar later vond het huwelijk van Wagner en Cosima plaats. De ‘oranje zonsopgang’ verwijst naar de kleur van het behang in Cosima’s slaapkamer, dat tijdens de bevalling het ochtendlicht weerkaatste. De hoofdthema’s van de Siegried-Idyll ontleende Wagner aan leidmotieven uit zijn opera’s Siegfried en Die Walküre, maar in de context van zijn verjaardagsgeschenk is hun betekenis getransformeerd tot de verklanking van triomferende liefde en genegenheid.
Een jaar lang heeft Joël Bons (1952) met veel plezier aan zijn celloconcert voor Lidy Blijdorp gewerkt. ‘Toen ik aan dit stuk begon was de eerste vraag hoe de relatie solist-orkest zou worden’, vertelt Bons. ‘Ik wilde geen traditioneel ‘concert’ waarin de solist al zijn/haar virtuositeit ten toon spreidt en het orkest een warme bedding biedt. Al componerend ontvouwde zich als vanzelf een vorm waarin de solist steeds nieuwe ideeën aandraagt en de orkestmusici ‘aansteekt’. Dat werd vervolgens het basisidee. Wat mij altijd enthousiast maakt is (de voorbode van) iets nieuws. Wegbereiders, pioniers, baanbrekers – het zijn de mensen van wie we het moeten hebben, die innoveren en inspireren. Een eeuw geleden was er plotseling De Sacre, het Bauhaus... – zó nieuw en prikkelend, zó meesterlijk. Ook nu zijn er over de hele wereld mensen die initiatieven ontplooien voor een betere wereld, van uitvindingen om de oceaan plasticvrij te maken tot effectief altruïsme. Dat geeft hoop.’
Trailblazer werd in opdracht van het Residentie Orkest geschreven en mondde uit in een (driedelig) stuk voor cello en kamerorkest, bestaande uit 6 blazers, 22 strijkers en 2 slagwerkers. De titel slaat op de rol van soliste Lidy Blijdorp: zij is degene die het initiatief neemt en de musici van het orkest prikkelt om mee te doen. In het werk komt zij steeds met nieuwe muzikale ideeën aanzetten, waarop de orkestmusici reageren, door ze over te nemen, er commentaar op te leveren of ermee aan de haal te gaan. Zo ontstaat een levendige interactie, een spel van tikkertje spelen, aarzelende stiltes en wilde uitbarstingen. Op het ene moment vliegen de vonken ervan af, op het andere moment wordt tastend de stilte verkend.
In Miroir de Peine van Hendrik Andriessen worden vijf stadia uit de lijdensweg van Christus verklankt, gezien vanuit het dramatische perspectief van Maria, de moeder van Jezus. Maria’s hart breekt tijdens de laatste uren van haar zoon Jezus, wiens doodsstrijd ze machteloos moet aanzien. Zo kwam Andriessen, die geen fan was van het ultra-emotionele expressionisme, tot een melancholieke en ingetogen meditatie op het Lijdensverhaal en een lofzang op de waarachtige moederliefde. Gewetensvol streefde de componist naar meer verinnerlijkte vormen van expressie, waaruit zijn bewondering voor de ‘objectieve’ stijl van César Franck bleek. De liederencyclus Miroir de Peine, aanvankelijk geschreven voor sopraan en orgel, ontstond in 1923 op teksten van de dichter Henri Ghéon. Andriessen koos bewust voor een archaïsche liederencyclus, waarin mystieke eenvoud, universele liefde en religieuze devotie de toon zetten. Zo ontstonden vijf intieme ‘gebeden’ welke - ook in de bewerking voor orkest die Andriessen er tien jaar later van maakte - sereen maar krachtig uitdrukking geven aan de vergeefse roep om hulp en het verlangen naar intimiteit. Halverwege de Tweede Wereldoorlog, toen hij gevangen zat in een interneringskamp van de Duitsers, componeerde Andriessen op basis van de middeleeuwse tekst ‘Maria schone vrouwe’ nog een Maria-gebed bij wijze van geschenk voor zijn vrouw ter ere van hun huwelijksdag.
Bespiegelingen over destructie en de dood, kleuren de Metamorphosen (1945) van Richard Strauss, een langgerekt adagio dat een reeks intens droevige stemmingsbeelden omvat. Aanleiding tot deze instrumentale klaagzang vormde de bommenregen op Dresden in februari 1945. Wanhopig reageerde de componist: ‘Mijn prachtige Dresden, Weimar en München -alles weg!’ Voor Strauss, die in Beieren was gebleven maar het barbaarse regime van de nazi’s verachtte, waren deze bombardementen de druppel in de systematische vernietiging van een ooit door hem aanbeden cultuur. Hoewel hij weigerde om zich op welke manier dan ook te uiten over de verschrikkelijke gebeurtenissen die hij meemaakte, gaf hij aan het eind van de oorlog zijn reactie in de vorm van een ‘studie voor 23 solostrijkers’: Metamorphosen. De titel van het werk verwijst naar Die Metamorphose der Pflanzen van Goethe. Een gedicht uit deze cyclus werd teruggevonden tussen de partituurschetsen. Strauss putte er inspiratie uit om in Metamorphosen uiting te kunnen geven aan zijn veranderende denkpatronen. Toen hij het werk vrijwel af had, realiseerde hij zich dat een van de thema’s overeenkomst vertoonde met het hoofdthema van de treurmars uit Beethovens Eroica. Daarom schreef hij aan het eind de woorden ‘in memoriam’ eronder. Ook wordt er geciteerd uit Wagners Siegfried-Idyll.
Ondanks de sombere toon van het begin en het slot, is dit stuk méér dan rouw en smart. In het overdadige middengedeelte stijgt een liefdevolle omarming van dingen uit het verleden tot extatische hoogte, om vervolgens weggevaagd te worden door een krachtige herhaling van de plechtstatige akkoorden waarmee het werk begint. Strauss, die 81 jaar was toen hij dit werk schreef, had zich tot dan toe vooral beziggehouden met de expressie van emoties van anderen. Maar in de Metamorphosen kwam hij aan het eind van zijn leven toch nog tot zelfexpressie. Somber schreef hij: ‘De geschiedenis is een vrijwel onafgebroken keten van stomme en verderfelijke daden, van iedere soort slechtheid, hebzucht, verraad, moord en vernietiging. En hoe weinig hebben degenen waarop een beroep wordt gedaan om geschiedenis te schrijven daarvan geleerd.’
Wenneke Savenije