Na de oprichting van de Vereniging Vrienden in december 1945, met burgemeester De Monchy als erevoorzitter, ging de steun vooral naar de orkestleden zelf. Denk aan aanvullingen op het salaris en pensioen, maar ook met koffiegeld en lunchpakketjes werden de musici geholpen. Op een van de eerste foto’s na de Tweede Wereldoorlog is het Residentie Orkest onder leiding van chef-dirigent Frits Schuurman te zien in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen (1947).

Vanaf eind jaren zestig richtten de Vrienden zich meer en meer op het ondersteunen van vooral bijzondere manifestaties. Zoals het succesvolle platenproject ‘400 jaar Nederlandse muziek’ in de jaren zeventig met ruim 24.000 verkochte albums. Prinses Beatrix ontving een box tijdens een jubileumconcert in 1979.

Ook de vele, vaak kostbare tournees konden door een bijdrage van de Vrienden worden gerealiseerd. Zelfs toen er enkele orkestleden waren die niet durfden te vliegen – zoals violist Louis Sons bij de eerste tournee door de Verenigde Staten in 1963 – betaalden de Vrienden de extra kosten voor de overtocht per boot. Later zou er in het contract van de orkestleden worden opgenomen dat zij moesten vliegen als de dienst dat verlangde. Overigens zouden ook vele Vrienden onder het mom van ‘met de muziek mee’ het orkest vergezellen op tournees.

Na jaren zwerven door de binnenstad van Den Haag kon met de opening van de Dr Anton Philipszaal in 1987, door een belangrijk deel mede gefinancierd door de Vrienden, een nieuw tijdperk ingaan voor het Residentie Orkest.

De Vrienden boden ook financiële steun om in de jaren negentig Evgenii Svetlanov als chef-dirigent aan te trekken. Op deze foto brengen enkele blazers van het Residentie Orkest een serenade aan de zojuist gelande maestro (14 februari 1993).

Een uit liefde voor de muziek geboren idee van een bestuurslid van de Vrienden mondde uit in de befaamde amateurdagen. Jarenlang speelden honderden amateurmusici samen met leden van het Residentie Orkest.

Ook het klinkend materiaal werd niet door de Vrienden vergeten. Door de jaren heen werd bijgedragen aan verschillende muziekinstrumenten, zoals aan de uitbreiding van het slagwerkinstrumentarium, de Steinway-concertvleugel bij het honderdjarig bestaan van het orkest in 2004 en – meer recent – de speciale set pauken in 2015 en de vijf nieuwe hoorns in 2018.

Vanaf najaar 2021 bevindt het Residentie Orkest zich weer in het hart van de stad. Het nieuwe gebouw Amare wordt de culturele huiskamer van Den Haag. Een plek voor de Vrienden om elkaar te ontmoeten en samen van muziek, dans en theater te genieten.