Een leven in muziek

Interview met violist Karel Ligtenberg – deel 2

Sinds 1947 heeft het Residentie Orkest tientallen grote en kleine tournees gemaakt. De musici reisden naar alle windstreken: Europa, Noord- en Zuid Amerika, Azië. De Verenigde Staten werden tussen 1963 en 1984 maar liefst zes keer wekenlang bereisd - in één geval zelfs vijf weken. En ook Oost-Europa werd vaak bezocht, zelfs toen het nog was verborgen achter het IJzeren Gordijn.

Dit interview werd gehouden in 2020. Karel Ligtenberg overleed in november 2023.

Karel Ligtenberg maakte zijn eerste tournee met het Residentie Orkest als remplaçant. Nadat hij, na zijn vioolstudie in Den Haag, een jaar in Parijs had gestudeerd, en een paar maanden had gewerkt als plaatsvervangend concertmeester in het Noordhollands Philharmonisch Orkest, werd hij in seizoen 1948-1949 door het Residentie Orkest gevraagd te komen remplaceren tijdens een korte tournee naar Engeland, april 1949. Karel vertelt er graag over.
"We reisden via Schiphol. Daar liepen we gewoon over het gras naar de gereedstaande vliegtuigen: drie stuks voor de orkestleden, plus een voor de instrumenten en dergelijke. We moesten wachten terwijl de motoren één voor één werden gestart. Iemand gaf een zwieper aan zo'n grote propeller, en als de motor draaide kwamen er grote vlammen uit de achterkant, dat was wel spannend! We vlogen naar Manchester. Daar wachtte op het vliegveld het Hallé Orchestra op ons; zij zouden met dezelfde vliegtuigen naar Nederland vliegen! We hadden gezamenlijk een lunch, daarna reden wij per bus naar Manchester. Het viel mij op dat het daar zo smerig was, op alles lag een dikke laag roet. We concerteerden in Manchester en Sheffield, met een vrije dag ertussenin. Veel musici gingen kijken naar een voetbalwedstrijd van Manchester United. Ik ging met een groep mee op excursie naar het Lake District. Het was lente, overal stonden fruitbomen in bloei, dat was zo mooi! Op de terugweg pauzeerden we in een herberg, zo'n typisch Engelse 'Inn', waar de mensen ons argwanend bekeken. Jaap Stotijn is toen achter de piano gaan zitten, speelde walsen en polka's, en daar werd men vrolijk van. Men ging zelfs dansen!"

Tweede vioolgroep met tweede van rechts (zittend) Karel Ligtenberg

Willem van Otterloo
Kort na deze tournee werd Karel definitief opgenomen in de gelederen van het Residentie Orkest. In 1949 werd de toen 42-jarige Willem van Otterloo chef-dirigent van het orkest, en zou dat blijven tot en met 1973. Hoe heeft Karel hem ervaren?
“Van Otterloo is van groot belang geweest voor het orkest. Hij heeft de discipline en de kwaliteit op een zeer hoog plan gebracht. Wij gingen veel meer als een eenheid spelen, de vele elpees die we met hem hebben opgenomen laten dat goed horen. Ik vond zijn visie op de muziek bijna steeds overtuigend. Maar het was niet altijd makkelijk om onder hem te spelen. Als de dingen niet naar zijn zin gingen, kon hij zo woest worden! Sommige musici werden daar nerveus van. Ik ook. Als hij vlak voor mijn neus stond te tieren en vloeken, vond ik dat niet fijn. Ik dacht: als ik hierdoor bang word, dan ben ik verloren. Ik besloot terug te kijken en te denken: we zijn héérlijk muziek aan het maken! Toch voelde ik mij steeds meer door hem gewaardeerd. Als ik bij hem in de dirigentenkamer was om bijvoorbeeld over een streek te praten, overkwam het hem wel eens dat hij mij 'Karel' noemde. Maar nooit en publique! Daar was het altijd 'meneer Ligtenberg'.”

Residentie Orkest o.l.v. van Willem van Otterloo

Leonard Bernstein
De Amerikaanse dirigent Leonard Bernstein maakte in 1947 zijn Nederlandse debuut bij het Residentie Orkest, tijdens de zomerconcerten in het Kurhaus. Hij werd stante pede zeer populair bij de musici, niet alleen vanwege zijn gewoonte voor elke ochtendrepetitie een 'nieuwe haring met uitjes' te eten - op Haagse wijze, bij de staart - maar vooral vanwege de spetterende concerten. Karel vertelt over hem: "Bernstein was tamelijk nonchalant bij het instuderen van de muziek. Dat ging van Hupsa! en dan meteen het concert. Hij maalde niet om perfectie, maar dirigeerde concerten met veel elan en spontaniteit. En je kon met hem lachen. Eens repeteerden we Beethovens Negende symfonie, met het Haags Toonkunstkoor. Bernstein zei: ‘Ga maar lekker door elkaar heen staan, Alle Menschen werden Brüder!’ Nou, dat deden ze, en natuurlijk konden ze zo geen toon houden. Dat liep in de soep!"

Bruno Maderna
Willem van Otterloo had weinig voeling met de nieuwste muziek; de avant garde. Daarvoor charterde het orkest Pierre Boulez en Bruno Maderna. Die laatste was tevens een geliefd componist. Karel herinnert zich hem goed.
"Tal van nieuwe werken heeft hij bij ons gedirigeerd, met veel gezag en expertise. In klassiek werk blonk hij echter niet uit. Ik herinner mij dat hij Beethovens Derde symfonie dirigeerde, en ik wilde de hele tijd van het podium vluchten. Maar Debussy en Ravel deed hij geweldig, zo beeldend, met een zeer mooie klankkwaliteit. En dat gold ook voor zijn eigen werken."

Residentie Orkest o.l.v. Bruno Maderna in de Weense Musikverein

Concert voor de sjah van Perzië
In 1971 maakte het orkest een korte tournee naar Perzië (nu: Iran), om onder leiding van Bruno Maderna te concerteren op het '5th Festival of Arts'. Op het programma stonden twee speciaal voor deze gelegenheid gecomponeerd werken van Maderna.
"Het concert, ter viering van het tweeduizend jarig bestaan van het keizerrijk, zou plaatsvinden bij de ruïnes van Persepolis, midden in de woestijn. De sjah zou komen, samen met zijn vrouw Farah Diba. Tal van keizerlijke, koninklijke en andere hooggeëerde gasten waren uitgenodigd, en die werden gehuisvest in een gigantisch, zeer luxueus tentenkamp. Midden in dat kamp was een fontein gemaakt, die zo hoog spoot als die in het Meer van Genève. Midden in die dorre woestijn! Wij musici werden ondergebracht op de campus van de universiteit van Shiraz, zo'n 65 kilometer verderop. Op de avond van de eerste dag bracht een bus ons naar de ruïnes om te repeteren; overdag was het daar natuurlijk veel te heet. De ingang van het luxueuze tentenkamp bleek bewaakt te worden door gewapende militairen, die zich intimiderend gedroegen. Je mocht er absoluut geen foto maken, als je maar in hun richting keek, kreeg je een geweer op je gericht. Enfin, de dag van de grootse viering kwam, en we reden van Shiraz naar Persepolis, maar we werden bruut gestopt door militairen die ons vroegen waarom wij daar reden. Want de stoet van de sjah was in aantocht, alles moest daarvoor wijken! Dus reed onze bus het woestijnzand in, en we moesten wachten tot de hele santenkraam was gepasseerd eer we verder mochten. De avond van de viering echter was imposant, en ik herinner mij dat het orkest een mooi concert heeft gegeven."

"Op een van de tournees door de Verenigde Staten is een keer een hele kist met instrumenten gestolen, dat was echt een ramp!"

- Karel Ligtenberg

Verenigde Staten
Maar liefst zes keer maakte het Residentie Orkest lange tournees door de Verenigde Staten. Het orkest was er populair geworden door de vele elpees die door Philips waren opgenomen met Van Otterloo als dirigent. Karel herinnert zich onder meer de tournee van 1975 heel goed.
"Op de heenreis is, op een van de vliegvelden, een hele kist met instrumenten gestolen. Dat waren in hoofdzaak blaasinstrumenten, en het was een ramp! Al die blazers moesten instrumenten lenen, en alles daaraan was vreemd. We moesten echter meteen concerteren, met onder meer het lange Adagio uit de Tiende symfonie van Mahler, met lastige, tere solo's van onze soloblazers. Aan Jean Martinon, chef-dirigent sinds het vertrek van Van Otterloo in 1973, is toen gevraagd de concertprogramma's van de eerste paar dagen aan te passen, maar dat weigerde hij. Welnu, de blazers waren er zeer ongelukkig onder. Uiteindelijk is het goed gekomen. Ook omdat Martinon werkelijk geweldig kon dirigeren!"

Tekst vervolgt onder de foto's

Tweede Amerikaanse tournee (1965)
Karel Ligtenberg en Gina Ligtenberg-Panunzio in de bus op tournee

"De tournee door de Verenigde Staten in 1965 duurde maar liefst vijf weken, en dat was eigenlijk veel te lang. We reisden toen kriskras door dat grote land, van bitterkoud New York naar bloedheet Los Angeles en San Francisco. In het middenwesten speelden we in kale, onbekende stadjes in ongezellige concertzaaltjes. En koud dat het daar was! Tientallen graden onder nul. De busreizen waren zeer lang, ik herinner mij dat ik elke dag urenlang schaakpartijen speelde. Mijn vrouw, Gina, zij was een van de eerste violen, reisde die tournee ook mee. Zij zat urenlang te breien en heeft toen voor mij een prachtige trui gemaakt. Ik draag hem nog steeds!"
Ronald Touw